Tegenover de hoek van Fonteinstraat en Hendrik Consciencelaan, tussen de Boeveriepoort en de Smedenpoort, ligt op de vestingwal dit mooie Waterhuisje. Het dateert van 1466 en maakte deel uit van een groter complex, zoals te zien op de stadskaart van Marcus Gerards uit 1562.
Reeds in 1282 was deze plek de kern van een waterleidingssysteem dat de publieke waterputten in de stad bediende. Een rosmolen bediende een waterrad of noria dat het water uit de stadswal naar een grote vergaarbak schepte. Vandaaruit liet men het door een loden 'moerbuize' de stad instromen. Door de eeuwen heen werd dit netwerk natuurlijk uitgebreid - in 1759 bij voorbeeld met een nieuw pomphuis aan de overkant van de vestingracht - maar tot in 1925 bleef het waterhuis deel uitmaken van de watervoorziening in de stad. Vanaf 1923 werd in de stad een modern waterleidingsnetwerk aangelegd.
De stad was trots op dit staaltje van technologie. Het werd vaak aan buitenlandse gasten getoond en maakt bij voorbeeld ook deel uit van de 'Septem admirationes civitatis Brugensis' van Pieter Claeissens in het Begijnhofmuseum: zie links onderaan.
Het gebouwtje werd in 1994 gerestaureerd. Heel mooi is de spitsbogenfries aan de voorgevel, gedragen door zeven gestileerde maar toch opvallend geïndividualiseerde kopjes.
* Informatie haalde ik bij A. Duclos, Bruges. Histoire et souvenirs, 1910 (De kannunik-historicus woonde vlakbij het waterhuis), bij J. Van Houtte, De geschiedenis van Brugge, 1982 en in de brochure van Monumentendag 1997.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten