.
De kennismaking met Stravinsky* is niet onaangenaam verlopen. Zijn Sacre is een beklijvend, ongewoon stuk muziek. Een en al ritme met hoogstens in een paar passages ruimte voor de suggestie van wat een pastorale melodie zou kunnen zijn. De obsessie voor ritme herken je even later ook bij Orff, maar die heeft wat meer gevoel voor orde. De Sacre blijft me bij als een stuk geniaal georchestreerde chaos, gecreëerd door een componist die duidelijk heel ver durfde gaan. Ongetwijfeld een uitputtingsslag om te spelen, en dat was er ook aan te merken op het einde van de avond. Dirigent Michael Rische zag er behoorlijk afgepeigerd uit.
Over de kwaliteit van de uitvoering spreek ik me niet uit. Daarvoor ben ik niet vertrouwd genoeg met deze muziek. In het eveneens behoorlijk chaotische pianoconcerto van George Antheil - duidelijk een Stravinsky-adept - gingen de strijkers wel even ten onder aan het geweld van koper en slagwerk achter hen. Het Keulse Orchester Damals und Heute, verbonden aan de Kölner Akademie, is mij onbekend. Het komt me voor als een jong orkest, behoorlijk uitgebreid ook: ik tel 87 namen op de programmakaart. Aandacht voor historische authenticiteit in de uitvoering lijkt wel centraal de staan. Hun niet zo goed bijgehouden website geeft slechts een vage indruk.
Toevallig zond Canvas zaterdagmiddag de BBC-film Riot at the Rite uit, over die historische première in het Théâtre des Champs Elisées op 29 mei 1913. Wat een open huis is die BBC toch, om zo'n dure film te maken over een gebeuren dat zich niet eens in Engeland heeft afgespeeld. De film maakt niet echt duidelijk wat er nu revolutionair was aan die voorstelling, maar de vraag is of we dat nu van een film moeten verwachten. Het is tenslotte geen documentaire. Wat me uit die film wel bijblijft is de grote discipline van de danserstroep en van de orkestleden ten opzichte van de autoritaire vernieuwingsdrang van Nijinski en Stravinsky. Langs de ene kant worden alle oude esthetische waarden over dans, muziek en theater aan de kant geschoven, aan de andere kant eist men van de uitvoerders een blinde discipline die aan het ancien régime doet denken.
Dat brengt me bij Modris Eksteins**, die deze gedenkwaardige avond in Parijs als vertrekpunt neemt voor een magistrale mentaliteitsstudie over de Eerste Wereldoorlog die erop volgde. Ook deze oorlog was vernieuwend op alle vlakken, behalve op het vlak van de kadaverdiscipline die men van het voetvolk eiste.
Maar de beste inleiding op de Sacre las ik bij Orlando Figes***. Hij situeert het werk, samen met Petroesjka en de Vuurvogel, in de fascinatie van vele Russische kunstenaars rond de eeuwwisseling voor de rijke Slavische folklore. Lenterituelen waar al dan niet naakte meisjes bij werden betrokken kwamen voor op het Russische platteland. Het idee van de Sacre zou volgens Figes komen van beeldend kunstenaar Nikolaj Roerich, die in Parijs voor decor en kostumering zorgde. Achteraf hebben Stravinsky, Nijinski en producer Diaghilev zich het idee toegeëigend.
* Le Sacre du Printemps door het Orchester Damals und Heute in het Concertgebouw, zaterdagavond 24 maart. Voor de pauze drie symfonische schetsen van Satie (Trois petites pièces montées) en het eerste pianoconcerto van George Antheil.
** EKSTEINS, Modris, Lenteriten. De Eerste Wereldoorlog en het ontstaan van de nieuwe tijd, Manteau/Anthos 2003. (voor een prikje bij De Slegte)
*** FIGES, Orlando, Natasja's dans. Een culturele geschiedenis van Rusland, Spectrum 2005, p.280-282.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ik heb op 17.3 gekeken naar wat het eerste deel van een Stravinsky documentaire werd genoemd. Dit eerste deel ging over het ballet 'Le chant du rossignol', een gezamenlijke creatie van Stravinsky, Diaghilev, Balanchine en Matisse. Je kreeg de oude studio in Monte Carlo te zien. Ook interviews met danseressen, de secretaris van Diaghilev, de originele danskostuums in het Londense theatermuseum. Dan kreeg je Dame Alicia Markova te zien. Ze werd op 14-jarige leeftijd door Diaghilev aangeworven. Ze herinnerde zich nog alle danspassen van haar rol in 'Le chant' en toonde die - met de nodige instructies - aan een piepjonge ballerina. Een zeer ontroerend moment. Het tweede 'deel' van deze documentaire was totaal anders. Ik weet dat de reenacting zowat in Engeland werd uitgevonden, maar tegenwoordig word je ermee om de oren geslagen : op National Geographic, op Canvas wordt je 'foi' stilaan zeer 'gras' van al die docudrama's. De BBC stond vroeger garant voor kwaliteit, maar stilaan zie je Holywood binnensluipen. Zaterdag was het weer van dat : de relatie tussen Nijinski en Diaghilev werd uitgemolken en, ja, hoor, je kreeg hen een paar keer in bed te zien. Wat dit met het revolutionaire karakter van 'Le sacre' te maken had, is mij een raadsel. Tenzij je Nijinski natuurlijk als een slachtoffer van de duivelse Diaghilev wil zien. Ik denk dat je dan wel de waarheid geweld aandoet.
Als je 'Les Noces' of 'Oedipus Rex' (liefst met Ancerl en de Tsjechische Filharmonie) luistert, hoor je onmiddellijk waar Orff de mosterd vandaan heeft gehaald. In deze werken (met verbluffende 'harmonieën') is de chaos zeer gestructureerd. Maar luister ook eens naar de late Stravinsky, het wondermooie 'Cantate' bijvoorbeeld. Veel reminiscenties met de late, abstracte Bach.
Een reactie posten