2007-12-15

Joseph Guislain



Il faut que l'édifice consacré aux personnes atteintes de cette affection soit agréable à la vue, qu'il égaie l'esprit, qu'il agisse les coeurs, inspire le contentement et, s'il est possible, qu'il fasse naître chez le malade le sentiment de bonheur.

Geciteerd (p.23) door Patrick Allegaert in Ziek. Tussen lichaam en geest, het boek bij de gelijknamige tentoonstelling in het museum dr. Guislain, van 10 november 2007 tot 11 april 2008.

Middellandse Zee

.
Het boek roept bewondering op door zijn titel alleen al: De Middellandse Zee. Een geschiedenis. In zijn inleiding stelt John Julius Norwich zich nochtans bescheiden op. Hij vermeldt dat het boek er gekomen is op vraag van zijn uitgever en overloopt vervolgens de leemtes in zijn werk. Een echt levenswerk, wat je van een boek met deze titel zou kunnen verwachten, is het dus niet - hoewel het grootste deel van Norwich's werk voor uitgeverij of televisie wel degelijk met deze regio te maken heeft. We hoeven hier niet meteen te verwachten aan een opvolger voor Braudels magnum opus en ook niet aan een poging daartoe. Wel aan een fris geschreven verhaal dat begint in het oude Egypte en eindigt met het verdrag van Versailles.
Ik heb - op een avondje grasduinen na - het boek niet gelezen*. Maar als ik zo'n turf van 650 bladzijden narratieve geschiedenis in handen heb ben ik wel geneigd me af te vragen hoe het verhaal uiteindelijk afloopt en, als een geniepige thrillerconsument, even door te bladeren naar de allerlaatste pagina. En wat daar te lezen staat is echt gedenkwaardig.

Aan het begin van het derde millennium valt het steeds moeilijker te ontkennen dat de oude raison d'être van de Middellandse Zee voorgoed is verdwenen en dat de nieuwe bestaansreden vermaak is. Dat hoeft geen slechte ontwikkeling te zijn. Je zou kunnen zeggen dat de wateren die in het verleden al te vaak bloedrood kleurden met een dun laagje Ambre Solaire aanzienlijk beter af zijn. De gruwelen die hoorden bij het leven op zee in die langvervlogen dagen, worden maar al te graag vergeten. De dagen dat de ruggen van galeislaven met bloedende striemen waren overdekt, de dagen dat schepen werden getroffen door besmettelijke ziekten en werden gedwongen buitengaats te blijven tot er geen levende ziel meer aan boord was, de dagen dat een onverwachte zomerstorm gelijkstond met doodstraf voor de voltallige bemanning. Wat wel droef stemt, is dat de Middellandse Zee zijn waardigheid is verloren, zijn trots is kwijtgeraakt, dat een watermassa zwanger van historie een vanzelfsprekendheid is geworden, dat zijn blauwe wateren in toenemende mate vervuild zijn geraakt, dat zijn oevers schuilgaan onder zwerfvuil en oud plastic en daardoor vrijwel onbegaanbaar zijn geworden, en dat talloze andere stranden alleen maar openstaan voor 'vermaak' dankzij de duizenden schoonmakers die ze dag in dag uit schoonhouden.
En dat is misschien nog een reden dit boek hier af te sluiten. Rampen en tragedies zonder tal zijn erin opgetekend. De Middellandse Zee is bij toerbeurt als wieg en als graf, als bloedband en als bloedbad, als zegen en als vloek afgeschilderd. Hoe treurig is het de Middellandse Zee te zien vervallen tot een speeltuin, de oude havens te zien veranderen in marina's en waterscooters de plaats van driemasters te zien innemen. Dan maar liever het doek laten vallen op het moment dat het nog steeds de oude vertrouwde Middellandse Zee is, waarin elke golf een verhaal vertelt en elke druppel adel ademt.



*Iemand die dat blijkbaar wel gedaan heeft is een oudleraar geschiedenis van mij.