2007-10-15

Epiek

.
In Epic as a genre* probeert Richard P. Martin epiek te definiëren en daarin iets bruikbaarders te zoeken dan de traditionele, op Aristoteles gebaseerde omschrijving in de zin van een lang gedicht in hexameters, gezongen al dan niet met muzikale begeleiding, met heroïsche personages die nu en dan retorische toespraken houden, met een zelfbewuste invocatie in het begin, met 'Homerische' vergelijkingen, typische scènes en motieven.
Door epiek niet strikt literair maar ruimer, functioneel-antropologisch te benaderen komt hij tot volgende, merkwaardige afbakening - en landt hij weer bij de onvermijdelijke Poëtica van Aristoteles:

Epic can be sung in almost every setting, bij professionals or amateurs. (...) The total 'epic' is in fact never performed unless elicited by an outsider, such as the folklorist. Yet even when it is brought forth, as usually, in shorter episodic form, the performance depends on an audience and performer's unspoken awareness of the totality of a story and its conceivable permutations. In potential size, epic is hugely ambitious, undertaking to articulate the most essential aspects of a culture, from its origin stories to its ideals of social behavior, social structure, relationship to the natural world and to the supernatural. The scope of epic is matched by its attitude: as Aristotle noted, it dwells on the serious.

Beschikt onze cultuur nog over zo'n epos?


* In John Miles FOLEY, ed., A Companion To Ancient Epic, Oxford 2005, pp.9-19. Ik citeer p.18.

2007-10-13

Muziek - Achmatova


.
Haar vonken zijn tot wonderen in staat,
Zij scherpt en slijpt terwijl je staat te kijken.
Zij is de enige die met mij praat
Wanneer de anderen mij bang ontwijken.
En toen de laatste vriend wegkeek van mij,
Week zij ook in mijn graf niet van mijn zijde
En als de eerste onweersbui zong zij,
Alsof de bloemen allemaal iets zeiden.

Anna Achmatova voor Dmitri Sjostakovitsj, 1957.


Gedichten van Achmatova in Nederlandse vertaling zijn, voor zover ik kan nagaan, momenteel niet in de handel. In de voorbije jaren hebben verschillende uitgeverijen en uitgeverijtjes zich gewaagd aan een kleine bloemlezing - boekjes die zelfs antiquarisch niet op te sporen zijn. Alleen de OB biedt hier soelaas. Gelukkig hebben ze bij Meulenhoff die leemte gemerkt en komt daar binnenkort verandering in. Ja, we leven echt in de mooiste der werelden.
Bovenstaande vertaling komt uit de enige ruime keuze die ik ken, verzameld en vertaald door Hans Boland - haar grote pleitbezorger hier bij ons - voor Meulenhoff in 1989, onder de titel Vlucht van de tijd. Gedichten en herinneringen. Door haar poëzie te larderen met autobiografisch proza maakt Boland er een prachtig portret van.


2007-10-08

Lelijkheid - Rondas

.
In zijn bespreking* van Umberto Eco's Geschiedenis van de lelijkheid beklaagt Jean-Pierre Rondas zich erover dat Eco in deze historische studie geen aandacht besteedt aan de actuele lelijkheid. En dat in niet mis te verstane bewoordingen - hij wordt er zowaar retorisch bij. Alsof ik heel even de lange adem van Peter Sloterdijk hoor.

Nooit eerder hebben groepen kapitaalkrachtige mensen zich zo ingespannen om het historisch mooie te vernietigen als in de twintigste eeuw, eerst door oorlog, nu door kapitalistische kaalslag in de logica van de 'creatieve destructie'. Nooit eerder heeft een cultuur zo'n opzettelijke lelijkheid voortgebracht als de veramerikaniseerde westerse cultuur. Nooit eerder volgden zovele vlagen van doelbewuste modieuze lelijkheid, zich welbewust van een impliciete norm van verwerpelijke schoonheid, elkaar op. Nooit eerder was zelfs de walg van dit lelijheidssysteem zelf vertaald in de nog lelijkere lelijkheidscodes van de massale en kilometerslange aanwezigheid van graffiti. Nooit eerder werden, onder de naam en het mom van muziek, zo'n afschuwelijke en repetitieve geluiden geproduceerd. Niet alleen de slaap van de rede heeft, naar het bijschrift bij een gravure van Goya, monsters gebaard; de opeenvolgende golven van industrialisering en postindustrialisering zouden zonder productie van telkens meer lelijkheid gewoonweg niet mogelijk zijn geweest.

*
in Muziek en Woord, oktober 2007, p.16-17.