2008-04-20

Willem Barnard

.
De laatste tijd snuister ik wat in een boek van Willem Barnard, Tot in Athene. Handelingen 1-17. Hij noteert in dit boek zijn persoonlijke leeservaringen, bedenkingen bij een lectuur van de eerste helft van het boek Handelingen. Het is een genre dat hij perfect beheerst, getuige daarvan zijn magnum opus Stille omgang. Close reading, objectieve observaties en exegetische kennis wisselen zich af met een diep gefundeerde en toch frisse spiritualiteit, en met heel persoonlijke, bijna dagboekgewijze lucubraties.

Op p.158 - Petrus heeft zopas een zekere Tabitha doen verrijzen (Hand. 9,32-42) - onderbreekt hij zijn 'lezing' met een intermezzo dat me treft. Met een sterk beeld dat de dichter verraadt, schetst hij de immense afstand tussen hemzelf (wijzelf!) en die eerste christengemeente, 'slaapwandelaars in de dakgoot van de tijd':

Ik geef toe, het is een onbenullig boek, dit boek van mij nu over hen toen. maar kan het anders? Een boek over die mensen, deze dingen, dit geding, moét wel van onbenul zijn. Zij leefden op de rand van de wereld. het komt ons voor alsof ze slaapwandelaars zijn, ongevoelig voor hoogtevrees voortstappend in de dakgoot van de tijd. Men kan zich dat niet indenken. Als men het kon, schreef men er niet over.



2008-04-18

Brugge, Waterhuis *

.


Tegenover de hoek van Fonteinstraat en Hendrik Consciencelaan, tussen de Boeveriepoort en de Smedenpoort, ligt op de vestingwal dit mooie Waterhuisje. Het dateert van 1466 en maakte deel uit van een groter complex, zoals te zien op de stadskaart van Marcus Gerards uit 1562.


Reeds in 1282 was deze plek de kern van een waterleidingssysteem dat de publieke waterputten in de stad bediende. Een rosmolen bediende een waterrad of noria dat het water uit de stadswal naar een grote vergaarbak schepte. Vandaaruit liet men het door een loden 'moerbuize' de stad instromen. Door de eeuwen heen werd dit netwerk natuurlijk uitgebreid - in 1759 bij voorbeeld met een nieuw pomphuis aan de overkant van de vestingracht - maar tot in 1925 bleef het waterhuis deel uitmaken van de watervoorziening in de stad. Vanaf 1923 werd in de stad een modern waterleidingsnetwerk aangelegd.


De stad was trots op dit staaltje van technologie. Het werd vaak aan buitenlandse gasten getoond en maakt bij voorbeeld ook deel uit van de 'Septem admirationes civitatis Brugensis' van Pieter Claeissens in het Begijnhofmuseum: zie links onderaan.


Het gebouwtje werd in 1994 gerestaureerd. Heel mooi is de spitsbogenfries aan de voorgevel, gedragen door zeven gestileerde maar toch opvallend geïndividualiseerde kopjes.







* Informatie haalde ik bij A. Duclos, Bruges. Histoire et souvenirs, 1910 (De kannunik-historicus woonde vlakbij het waterhuis), bij J. Van Houtte, De geschiedenis van Brugge, 1982 en in de brochure van Monumentendag 1997.

2008-04-16

Brussel. Aspecten van de aartsengel Michael.

.
En er geschiedde oorlog in de hemel.
Michaël en zijn engelen streden tegen de draak.
En de draak streed met zijn engelen.
Maar hij was niet sterk genoeg
en ook werd hun plaats in de hemel niet meer gevonden.
Néérgeworpen werd de grote draak,
de aloude slang,
die genaamd wordt 'duivel' en 'satan',
die de hele bewoonde wereld verleidt,
néérgeworpen werd hij ter aarde,
néérgeworpen werden zijn engelen met hem. *









De beschermer van hoofdstad en gewest is in de binnenstad nooit ver te zoeken. Beide beelden hierboven stonden op een mooie lentemiddag in de omgeving van de Pantsertroepensquare.
In zijn engelachtige geslachtloosheid lijkt de iconografie van de Aartsengel te wijfelen tussen een David en een Jeanne d'Arc. De draak, als personificatie van het kwade, krijgt soms wel erg antropomorfe trekjes mee.

* Apoc. 12, 7-9 in de 'Naardense' vertaling van Pieter Oussoren.

2008-04-15

Hilary Hahn

.


Op het einde van dit wat oppervlakkige avondinterview voor een Deense televisiezender, waarin de gastheer niet veel verder geraakt dan wat Hilary Hahn al eerder in haar webdagboek al badinerend neerschreef, speelt ze voor de aardigheid het eerste muziekje dat ze ooit op viool geleerd heeft: Inkle Twinkle Little Star. Maar ze speelt dit simpele melodietje met dezelfde intensiteit, gevoeligheid en perfectie als de virtuoze sonate van Eugène Ysaie waarmee ze het gesprek inleidt. Die reikwijdte lijkt me meer dan wat ook het waarmerk van een geniaal talent. Indrukwekkend.



En voor wie de laatste zin van het gesprek hoorde: de hoelahoep is hier te zien.



2008-04-01

Brusselse muren

.
Op wandel in Brussel tussen Beurs en Ninoofsepoort was ik vooral verrast door de muurschilderingen die her en der het straatlandschap opvrolijken. Hieronder vijf smaakmakers, resultaat van een moeilijke selectie.