2007-04-09

Johannespassie*

.
Het is erg interessant om binnen het bestek van een week de beide grote passies van JSB live mee te maken binnen eenzelfde context, i.c. het Concertgebouw en aangenaam vertrouwd gezelschap. Want het sfeerverschil tussen de beide werken is me fel opgevallen.

De Matteuspassie** blijft me bij als een monumentaal werk, doorgecomponeerd, eenduidig van inhoud, met sterke teksten en vooral aria's die bijblijven. De Johannespassie daarentegen komt me divergenter over. Er zit minder lijn in, de teksten zijn lang niet zo sterk. Er zijn mensen die de teksten van Bachs religieuze muziek aan de kant schuiven als barokke draken en piëtistisch gezweem, en bij de Johannespassie kun je daar enig begrip voor opbrengen. Als je er Christoph Wolff*** op naleest blijkt dat ook terecht: het libretto van de Johannes is een samenraapsel want Bach moest laveren tussen de bekende passie van Brockes, de strikte evangelietekst en de eisen van het kerkbestuur. Muzikaal kreeg hij veel meer vrijheid, en daar laat hij zich volop gaan. Vooral het expressieve koorwerk beklijft, meer dan de aria's. Sommige turba-passages zijn adembenemend als je ze live op je hoort afkomen.

Dat verklaart vermoedelijk ook waarom Herreweghe in recente interviews (DM 31 maart & DS 7 april) stelt dat hij dit werk hoe langer hoe meer als absolute muziek benadert, veeleer dan religieuze muziek. Het is in de 21ste eeuw veel moeilijker om in te treden in de inhoudelijke religieuze logica van de Johannespassion, waar triomf en lijden bijna simultaan in elkaar overvloeien, dan in het tijdloos-herkenbare lijden van de rechtvaardige zoals dat in de Matthäus aan bod komt.

Wat de uitvoering betreft was ik benieuwd. Veertien uitvoeringen in zestien dagen tijd: is dat houdbaar? Kan een topensemble in zo'n omstandigheden niveau houden? Rudy Tambuyser had er al voor gewaarschuwd in DM van 2 april, naar aanleiding van een uitvoering in de Singel. Even citeren toch. Net zoals vorig seizoen bij Bozar Bachs h-moll-Messe, werd maandag in deSingel door het Collegium Vocale 's mans Johannespassie in zelfgenoegzaamheid gepocheerd. Een andere verklaring is er niet voor de vocale ontoereikendheid en bijna pedante verveeldheid van (op de sopranen na) alle koorpartijen, de hopelijk dronken hoboïsten, de concertmeester van wie elke solo-interventie aantoont dat dit stoeltje haar niet past.
Herreweghe mag dan nog volhouden (DM 31.03) dat de Johannes voor hem van een diepte is die blijft inspireren, kun je dat ook blijven overbrengen op een zwaar belast ensemble? Als je 't mij vraagt, zelfgenoegzaamheid, ontoereikendheid of verveeldheid heb ik vrijdagavond niet meegemaakt. Prégardien klinkt als nieuw, brengt het verhaal met een ontwapenende eerlijkheid - onvoorstelbaar gewoon voor iemand die dit werk toch letterlijk een paar honderd keer moet hebben gebracht. Het koor presteert zoals je dat van het Collegium droomt: die vertrouwde sound die er voortdurend in slaagt tekst en muziek met elkaar te laten instemmen. Iets minder perfectie misschien bij de instrumenten, maar niet echt hinderlijk: net voldoende om je te laten beseffen dat je naar een levend gebeuren aan het luisteren bent.

* Collegium Vocale Gent, Philippe Herreweghe, Christoph Prégardien & Konrad Jarnot in het Concertgebouw op vrijdagavond 6 april.
** cf. infra
*** Christoph Wolff, Johann Sebastian Bach, Utrecht, 2000, p.315 sqq.

Geen opmerkingen: