2007-06-23

Gueules cassées, nogmaals

.
Een inspirerende tekst, dat artikel van Christophe Van Eecke in het meinummer van Streven. Met een intrigerende bibliografie ook. Getuige daarvan onderstaand citaat.

In haar boek The Body in Pain (1985) probeert Elaine Scarry onder meer te achterhalen wat de zin is van de ontelbare gebroken lichamen die in elke oorlog worden geproduceerd. Waarom maken net het verwonden en het doden van lichamen de essentie van oorlog uit? Een oorlog is een strijd waaruit een winnaar moet voortkomen, dus in theorie zou je die strijd kunnen vervangen door een alternatief: een grote sportkamp of een intellectueel of artistiek treffen, zonder bloedvergieten. Maar bij zulke vormen van wedstrijd kan het resultaat achteraf altijd worden betwist. Men kan de criteria op basis waarvan de winnaar wordt bepaald steeds opnieuw in twijfel trekken. Bij gewonde lichamen kan dit niet. Gewond is gewond. Dood is dood. Het verwonden tijdens een oorlog heeft een dubbele functie. Het duidt niet alleen de winnaar aan, de toegebrachte wonden bestendigen de strijd ook na het afkondigen van de wapenstilstand.

Echt origineel kun je de stelling van Scarry niet noemen. Elke culturele antropoloog zal wel voorbeelden kunnen aanhalen van oorlogsvervangende wedstrijden of rituelen. De Romeinen hebben het uitgeprobeerd toen ze hun Horatii inzetten tegen de Sabijnse Curiatii. Een idee dat hen trouwens door hun vrouwen werd ingefluisterd. Maar het blijft een waarheid, die hier bijzonder trefzeker en met een uitdagende rationaliteit wordt geponeerd.

Geen opmerkingen: