2008-05-06

Godsdienstpsychologie

.

De psychologie van de religieuze ervaring. Een voorlopige analyse van 109 interviews

Onder deze merkwaardige titel - het kon aantrekkelijker - in Streven van maart 2008 gaat een mooie synthesetekst schuil over de huidige stand van zaken in de godsdienstpsychologie. Auteur Jacques Janssen doceert in Nijmegen. Ik beperk me hieronder tot wat luidop lezen.



Behaviorisme (p.218)

We mogen het succes van deze onderneming niet onderschatten. Juist in de beperking en vanuit het onvermogen ontwikkelde de psychologie haar kracht en groeide ze in de naoorlogse jaren uit tot een belangrijke en bruikbare wetenschap. Het ezelsbruggetje van het behaviorisme werd een stevige overspanning die kennis en inzicht opleverde.


Neuropsychologisch (p.220)

Ook al hebben we het idee dat we rationeel, vrij en in het volle bewustzijn tot keuzen komen, we blijken steeds weer opgenomen te worden in halfbewuste lichamelijke, historische en culturele processen die ons onze vrijheid afpakken, maar die daarmee het leven mogelijk maken. Zonder lichamelijke, historische en culturele inkadering loopt het leven uit op niets. Juist in onze beperking ligt onze kracht.


Sociaalpsychologisch (p.221-2)

Terror Management Theory (TMT) … een sociaalpsychologische benadering van het verschijnsel religie die overigens teruggaat op de Pensées van Pascal. … Religie is psychologisch gezien vooral effectief omdat ze de mensen een zinvolle plek in een zinvolle wereld geeft.

Met name de overtuigde atheïst past perfect in dit plaatje. Welk een selfesteem levert het niet op, welk een zinvolle plek onder de zon wanneer men ten volle beseft dat het leven eindig is, daar genoegen mee neemt en niet als een drenzerig kind, zoals de gemiddelde gelovige, blijft deurzeuren (sic) over een leven na de dood. Wie bij voorbeeld het boek van Harm Visser leest, Leven zonder God: elf interviews over ongeloof, verbaast zich over de mate waarin de elf geïnterviewden het met zichzelf getroffen hebben. Het is inderdaad, zoals Wolter Seuntjes al opmerkte, een feelgood boek voor ongelovigen, die zich onbeschroomd slimmer, objectiever, weetgieriger en toleranter achten dan gelovige mensen. En daarmee precies passen in de verklaring die de TMT geeft voor religieus gedrag.

Het is de tragiek van de godsdienstpsychologie dat elke verklaring die zij vindt voor religieus gedrag ook opgaat voor niet-religieus gedrag en zeker voor antireligieus gedrag.


Cultuur (p.223)

De religieuze ervaring … kent een fysiologisch fundament dat inmiddels onbetwist is, maar dat in zichzelf geen verklaring biedt voor de religieuze beleving. Die kan er alleen in bestaan dat op de wolk van emotie en ervaring beelden ontstaan die reeds beschikbaar zijn vanuit traditie en cultuur. … Het lijkt een open deur, maar de klaarblijkelijk bestaande behoefte aan een volledige, biologische verklaring voor religie doet velen vandaag de dag de ogen sluiten voor de culturele factor.

Geen opmerkingen: