2007-07-09

Museum voor Schone Kunsten, Gent / notities / 3


.

Omgeving van Rogier Van Der Weyden, Madonna met de anjer.


Wat me treft in oude kunst als deze is de uitbeelding van het goddelijke. Dit is een devotiepaneel, gemaakt om in gebed te contempleren. Dit is geen 'moeder-en-kind', geen salonstukje. Voor dit schilderij werd in alle intimiteit gemediteerd en gebeden.

Wat wordt hier gezegd over God? Wordt de kijker verondersteld zichzelf te beschouwen als die kleine op de schoot, geborgen, reikend naar de anjer? Of is de kijker een beschouwende buitenstaander, en het schilderij een uitbeelding van de goddelijke liefde? Wordt God hier uitgebeeld, niet als een gestalte, maar als een relatie? Hetzelfde idee dus als de Triniteit van Roublev?

Misschien is dat trouwens een aspect van de rijke betekenis van dat onvatbare concept Drievuldigheid: God is geen persoon, laat staan een oude man met een baard. God is een liefdesrelatie.

Ik ben geneigd zoiets in dit schilderijtje te herkennen. In die zin is de oude iconografie zo oneindig rijk.

En toch gaat het hier niet om een allerindividueelste expressie van een schilder die toevallig een inzicht heeft gehad en dit tot expressie heeft gebracht. Dit is een herkenbaar motief dat vertrouwd overkwam, conventionele iconografie die door duizenden werd begrepen en herkend.


Geen opmerkingen: